Een flits van blauw
Tweeënhalf uur lang zat ik daar, stil en gespannen, de adem bijna ingehouden. De wereld om me heen leek langzaam stiller te worden — alleen het zachte ritselen van bladeren, het kabbelende water en het zoemen van insecten vulden de lucht. Mijn 600mm-lens was al die tijd gericht op één enkele tak, een plek waar ik hoopte dat hij zou verschijnen: de ijsvogel, de felblauwe bliksemschicht van onze waterkant.
Elke minuut voelde langer dan de vorige. De natuur kent geen haast, alleen geduld — en dat geduld werd uiteindelijk beloond. Plots, zonder waarschuwing, dook hij op. Een kleine, schitterende verschijning, als een vallende ster in daglicht. Hij landde precies op de tak die ik in mijn vizier had, zijn veren gloeiend in het gefilterde zonlicht.
Vijf seconden.
Meer kreeg ik niet.
Maar in die vijf seconden kwamen voorbereiding, focus en geluk samen. De camera klikte, en toen hij weer wegschoot over het water, bleef er op mijn sensor een bewijs achter van dat ene perfecte moment — een ontmoeting tussen stilte en snelheid, vastgelegd in een fractie van tijd.